Los = niet vast, vrij, open
Loslaten = vrijlaten, open laten, niet vasthouden
Loslaten kan je op 2 manieren doen. Enerzijds kan je iets
loslaten en laten vallen waardoor het verdwijnt of je kan het loslaten en
gewoon laten zijn. Noem het de figuurlijke handpalm die je al dan niet omdraait
bij het ‘los’laten. Het lijkt me beter om wat ons niet dient los te laten, maar
op een manier dat we er geen afkeer van hebben. We laten het gewoon zijn, maar
het bestaat dan los van ons. We identificeren ons er niet (meer) mee.
Wanneer we denken dat we iets moeten loslaten, voelt het
alsof het zoveel moeite gaat kosten. En dat maakt het moeilijker dan het
werkelijk is. Als we het nu gewoon eens omdraaien en niet zeggen dat we iets
moeten loslaten, maar eerder zeggen dat we er niet aan vasthouden. Dat klinkt
meteen al heel anders in de oren. De verwachte moeite dat ons kost om ergens
niet aan vast te houden lijkt kleiner dan de moeite om los te laten. We hebben
namelijk schrik om dat wat we los te laten te verliezen. Want het heeft toch zo
lang een deel van ons uitgemaakt. Wat blijft er dan over als we dat deeltje
kwijt zijn? Wie zijn we dan nog? We houden dus nog liever vast aan iets dat ons
meer kwaad berokkent dan het los te laten en de leegte te ervaren. Het is zo donker
in die leegte.
We kunnen het woordje ‘los’ ook even door ‘open’ vervangen.
Wat we dan krijgen heeft meteen een heel andere connotatie. OPENLATEN. Als we
ons hart en onze geest openlaten dan gebeurt er iets geks. Iets wat wij niet
gewoon zijn. Dan vinden we rust. Als gedachten en gevoelens dan gewoon naar
believen kunnen komen en gaan, dan gaan ze ons ook niet aantasten. We erkennen
dat een gedachte of gevoel er is, maar we identificeren er ons niet mee. Het is
niet van ons, wij zijn die gedachte of dat gevoel niet. Wanneer we de gedachte
of het gevoel gewoon observeren en analyseren wat het met ons doet, maar zonder
het ons eigen te maken, dan gaat verdwijnt het zo snel als het gekomen is. Je
kan het zelfs zien als een vorm van onverschilligheid. De kunst is om die mate
van onverschilligheid te ontwikkelen om evenwichtig te blijven, doch zonder
sociaal onaanvaardbaar gedrag te vertonen.
Mijn reis – de innerlijke – heeft mij geleerd om afstand te
nemen, noem het maar los-laten. Ik heb afstand genomen van de spullen die ik
ooit ‘mijn’ spullen noemde, maar die amper iets met mij te maken hadden. Ik heb
op een bepaalde manier ook afstand genomen van tijd en plaats. De tijdzone waar
ik zo lang vertoefd heb, was niet langer de mijne. De aarde die ik lange tijd
betrad, was niet langer mijn thuis. Ik reisde als het ware door tijd en ruimte.
Tijd was gedegradeerd tot een moment waar ik van de ene plaats naar de andere
zou reizen, alweer tijdreizen. Tussen die bepaalde momenten bestond de tijd
niet. Ik leefde volgens het ritme van de aarde. Hoe het hoort. Hoe het ooit is
geweest.
De mens was ooit vrij. Nu denken wij enkel maar dat we vrij zijn. Maar
in werkelijkheid zijn wij geketend door de maatschappij en nog erger...door
onze geest. Ons denken is beperkt, onze verbeelding is beperkt. Wat als we onze
geest nu eens loslieten, op dezelfde manier waarop we een hond loslaten,
vrijlaten. We maken hem los van de ketting die rond zijn nek hangt. Vrijheid.
Vrijheid in denken, vrijheid in doen, vrijheid in spreken,
vrijheid in voelen, vrijheid in zijn. Wie al deze vrijheden bezit is een
gelukkig mens. Ik wil die mens zijn. En ik wil een voorbeeld zijn voor velen
die vechten tegen gevangenschap, maar die er maar niet uit geraken. Maar om dat
te zijn, moet ik mezelf misschien ook maar eens ontketenen en vrijlaten. Misschien moet ik mezelf gewoon LOSLATEN.
a.stan
Labels: schrijven